Twijfels over alternatieve brandstoffen

Nederland loopt in transport en logistiek ver achter bij de Europese CO2-doelstellingen. Een netwerk van tankstations voor alternatieve brandstoffen is nog in prille ontwikkeling en bij lange na niet op het niveau van fossiele brandstoffen. Ook is er grote twijfel bij transporteurs of de alternatieve brandstoffen voor lange tijd, op voldoende locaties en tegen een constante prijs te verkrijgen zijn.

Regulering noodzakelijk

De achterstand en twijfels over alternatieve bandstoffen leiden tot een impasse. Hierdoor investeren transportbedrijven nauwelijks in alternatieve brandstoffen. En door de aantrekkende economie kiezen zij nu voor snelle uitbreiding van hun vervoerscapaciteit op basis van fossiele brandstoffen. Om deze impasse te doorbreken is snel regulering noodzakelijk die zekerheid biedt over de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid van alternatieve brandstoffen. Omdat ieder vervoerssegment een specifieke eigen oplossing vraagt, kan de overheid sturen en duidelijkheid scheppen door voor elk segment een keuze voor te schrijven die het beste werkt om verduurzaming te realiseren.

Alternatieven verschillen per sector

Zo is in de steden elektrisch rijden het beste alternatief omdat stedelijk vervoer schone en stille voertuigen vereist. Momenteel voldoen alleen elektrische voertuigen aan deze kwalificaties. Voor het binnenlandse vervoer is biobrandstof het beste alternatief in de overgang naar elektrisch, omdat bij elektrisch actieradius en vermogen zich nog verder moeten ontwikkelen. Daarnaast zijn voor het internationale vervoer en zwaar transport biobrandstoffen (en uiteindelijk waterstof) de beste optie gezien de benodigde grote volumes en actieradius. Tot slot moet de huidige praktijk van het bijmengen van bio- in fossiele brandstoffen gestopt worden voor die vervoersstromen waar nu al betere alternatieven voorhanden zijn. Want het verplichten van bijmengen werkt daar het nemen van grote stappen in verduurzaming tegen, namelijk het investeren in een goed netwerk aan biofuel pompstations, elektrische laadpunten en aangepaste voertuigen.

Aardgas momenteel meest ingezet als alternatief

In totaal werd in Nederland begin 2017 nog maar 900 van de 196.000 vrachtvoertuigen met een gewicht hoger dan 3,5 ton aangedreven door een alternatieve brandstof (een brandstof anders dan diesel, benzine, LPG en dual fuel). Vrachtvoertuigen die rijden op aardgas (CNG en LNG) zijn – gezien de gebruiksaantallen – momenteel het meest ingezette alternatief. Vrachtvoertuigen rijdende op elektriciteit, waterstof en alcohol zijn er nauwelijks. Ten opzichte van 5 jaar geleden zijn de aantallen vrachtvoertuigen die alternatief worden aangedreven nauwelijks toegenomen. Dit geeft aan dat er voor de Nederlandse transport- en logistieksector nog een inhaalslag te maken is op verduurzaming.

Meer over de energietransitie

Geef een reactie